Wiet kweken is, net als het kweken van andere planten, niet heel lastig. Je moet alleen weten waar je op moet letten. Licht, lucht en water zijn van essentieel belang tijdens het kweken van wiet, m...
Wiet kweken is, net als het kweken van andere planten, niet heel lastig. Je moet alleen weten waar je op moet letten. Licht, lucht en water zijn van essentieel belang tijdens het kweken van wiet, maar de temperatuur is minstens net zo belangrijk. Een onjuiste temperatuur in je kweektent (of buiten) kan leiden tot een mindere groei of bloei. In het ergste geval kunnen je wietplanten er zelfs aan onderdoor gaan en afsterven, dit zal echter alleen gebeuren als de temperatuur gedurende lange(re) tijd niet op orde is.
Wiet kweken is, net als het kweken van andere planten, niet heel lastig. Je moet alleen weten waar je op moet letten. Licht, lucht en water zijn van essentieel belang tijdens het kweken van wiet, maar de temperatuur is minstens net zo belangrijk. Een onjuiste temperatuur in je kweektent (of buiten) kan leiden tot een mindere groei of bloei. In het ergste geval kunnen je wietplanten er zelfs aan onderdoor gaan en afsterven, dit zal echter alleen gebeuren als de temperatuur gedurende lange(re) tijd niet op orde is.
Helaas, een voorgeschreven perfecte temperatuur bestaat niet. Elke wietsoort heeft andere behoeften en daarom is het lastig om er een ideale temperatuur aan te hangen. Als vuistregel kun je tijdens de groei uitgaan van een temperatuur tussen de 21 en 29 graden Celcius. Tijdens de bloei zal de ideale temperatuur ergens tussen de 18 en 26 graden Celcius liggen. Sativa dominante wietsoorten staan erom bekend dat ze liever iets warmer staan en dus tegen de bovengrens van deze temperaturen aan. Indica dominante wietsoorten daarentegen staan het liefst iets koeler en zul je dus meer aan de onderkant van dit temperatuurbereik moeten houden.
Welke wietsoort je ook kweekt, je dient er te allen tijde rekening mee te houden dat de temperatuur niet te veel schommelt. Net als wij mensen hebben je wietplanten ook behoefte aan een stabiele, lekkere temperatuur. Zorg er daarom voor dat de temperatuur ‘s nachts niet meer dan 10 graden Celcius afwijkt van de temperatuur overdag. Ook mag het ‘s nachts niet kouder zijn dan 15 graden, uitzonderingen daargelaten. Er zijn enkele wietsoorten die ook een paar graden onder deze temperatuur goed presteren, maar in de regel stagneert de groei onder de 15 graden.
Tijdens een binnenkweek heb je de temperatuur beter in de hand dan buiten, zo kun je in een relatief kleine ruimte zelfs nog oplossingen bedenken voor een te warm of een te koud klimaat. Wanneer je kweekt onder HPS-verlichting dan kan de temperatuur snel hoog oplopen op een klein oppervlakte. Moderne LED-verlichting zorgt voor een lagere temperatuur in de kweekruimte, waardoor je je niet druk hoeft te maken om een te hoge temperatuur.
Buiten heb je natuurlijk minder invloed op de temperatuur, aangezien je de natuur haar werk laat doen. Over het algemeen is aan te raden om na IJsheiligen (15 mei) te beginnen met je buitenkweek, omdat de kans op nachtvorst dan nihil is. Je doet er bovendien goed aan om een indica dominante wietsoort te kiezen met een relatief korte bloeitijd, zodat je uiterlijk begin oktober kunt oogsten. Hierdoor voorkom je kans op schimmel wanneer de luchtvochtigheid omhoog gaat en de temperatuur ‘s nachts weer flink omlaag gaat.
Om buiten een zo aangenaam mogelijk klimaat te creëren voor je wietplanten is het zeker een overweging waard om een kas neer te zetten in je tuin. Je kunt zo ook discreet buiten kweken.
Wanneer het tijdens je kweek te heet dreigt te worden dien je het probleem bij de oorzaak aan te pakken. Mocht dit door je verlichting komen, switch dan van verlichting. Kweek je buiten en is het te warm dan kun je je wietplant benevelen met water, doe dit wel als er een lekker windje staat om te voorkomen dat je wietplanten verbranden. Benevel ze ook niet te vaak en zeker niet te veel, omdat dit de kans op schimmels alleen maar vergroot.
Helemaal tegen het einde van de bloei dien je op te passen met een te hoge temperatuur, aangezien hierdoor terpenen kunnen verbranden en je toppen lang niet hun optimale vorm, geur en smaak aan zullen nemen.
Een te koude omgeving is dus ook zeker niet goed, buiten los je dat gelukkig eenvoudig op door je wietplant een standplaats in volle zon te geven en enigszins beschut van wind. Binnen kun je kiezen voor verwarmen met een kachel, of de ruimte van je tent simpelweg verwarmen. Een (straal)kachel in je kweekruimte is ook een optie, al is het dan van groot belang dat de warme lucht niet direct op de toppen blaast.
Er zijn ook kachels die niet actief lucht uitblazen om de ruimte te verwarmen, hier zou dan ook zeker je voorkeur naar uit moeten gaan. Vaak zijn dat gaskachels.
Hangende en verkleurende bladeren kunnen wijzen op een te koude omgeving. Een wietplant staat echter al snel te warm en dit uit zich in krullende bladranden en het blad zal vergelen. Als de temperatuur niet snel wordt aangepast dan zullen de bladeren aan het uiteinde beginnen te verdorren en ze zullen omhoog krullen. Duidelijk een teken van hittestress en een moment om in te grijpen, nog voor het te laat is!